Westerkwartier Natuurinclusief Treffen 8 september 2021
Tijdens het eerste Westerkwartier Natuurinclusief Treffen op 8 september 2021 kwamen meer dan vijftig geïnteresseerden naar Ezinge. Bij Museum Wierdenland presenteerden we de stand van zaken van de verschillende projecten.
Na het openingswoord door Henk Hulshoff, melkveehouder en voorzitter van LTO-Noord Westerkwartier leidde programmamanager Irene van Dorp de aanwezigen, samen met de projectleiders, door het afwisselende programma.
Waarnemend wethouder Pieter van de Zwan benadrukte de balans. “Enerzijds gaat het om de agrarische productie. Het op orde hebben van de bedrijfsvoering. Tegelijkertijd ligt er een maatschappelijke opgave, waarbij we steeds meer rekening moeten houden met de natuur en het landschap.”
Schouders eronder
“Ook voor de generaties die nog komen. We moeten heel goed kijken naar maatwerk. Als er ergens geïnnoveerd wordt dan is het wel in de landbouw. Samen met onderzoek en door te leren van het verleden, liggen er kansen om echt nieuwe dingen te ontwikkelen.”
“Het is uniek dat alle partijen hier bij elkaar zijn. Juist bij dit soort complexe opgaven heb je elkaar als partners nodig. Ik zet mijn schouders eronder om de samenwerking te bevorderen.”
Bij het project Bedrijfskringlopen stond projectleider Gert-Jan Stoeten (Collectief Groningen West) stil bij de gesprekken met 40 veehouders in het Westerkwartier. Zij denken na over de vraag hoe ze met minder input de productiviteit kunnen behouden en een betere boterham kunnen verdienen. Wat levert dat op voor milieu, biodiversiteit en landschap?

Praktisch
Gert-Jan: “Heel praktisch: waar ben je mee bezig, wat is het voor jou? Wat zou jij volgend jaar willen oppakken? En kijk dan eens naar de toekomst, met alles wat je hoort en ziet… wat is jouw gedroomde bedrijfsvoering over tien jaar?” “We gaan met een aantal praktijkdeskundigen in gesprek over bodem en teelt, verwaarding en consument, natuur en landschap, mest en staltechniek.”
“Wat onder het maaiveld zit is voor veel mensen een black box. Je hebt wel een gevoel bij welke percelen goed draaien en welke niet, maar wat je moet doen om dat beter te krijgen… daar gaat het Kennistraject Gezonde Bodem over”, zegt Gert-Jan. Maarten Groeneveld van de Gebiedscoöperatie Westerkwartier is de projectleider. “We gaan eerst bij de boeren ophalen waar behoefte aan is en mede op basis daarvan de cursusinhoud bepalen. Mensen kunnen zich al aanmelden!”

De vertaalslag naar het Westerkwartier
Een ander onderdeel van het project bodem gaat over de bedrijfstransitie van twee boerenbedrijven die een nieuwe stal willen bouwen. “De jonge boeren willen zonder drijfmest boeren. De urine wordt gescheiden van de vaste mest op het land gebracht. Er zijn nog wel wat beleidsmatige zaken die geregeld moeten worden.”
Mirjam Balkema en Stephanie van der Hoeven zijn projectleiders korte ketens en samenwerkingen. Stephanie: “Het verdienmodel van de boer staat centraal. Er is niet één oplossing. Elke situatie is anders. Wat willen de boeren? Wat wil de overheid? Wat willen andere partijen? Wat wil de markt? We bundelen wat er is en bekijken wat we er mee kunnen. Wie er baat bij heeft en hoe we het kunnen betalen. Wij maken de vertaalslag naar het Westerkwartier.”

Win-Win
Met vier stellingen peilden Mirjam en Stephanie de mening van de aanwezigen… “Natuurinclusief boeren levert meer op dan dat het kost. Wie is het daarmee eens?”
Kritische geluiden in de zaal waren er ook: “Het stoort mij enorm als natuur onbruikbaar wordt gemaakt. Wie heeft daar wat aan? Niemand! Ja, een toerist vindt het misschien een mooi gezicht. Maar als je wilt dat boeren natuurinclusief worden, moet het een win-win situatie worden!”
“Wat kun je en wat wil je met je bedrijf. En kun je daar meerwaarde uit halen? Daar gaat het in dit programma over!”, voegde Henk Hulshoff toe.

Stalsysteem zonder drijfmest
Na een korte pauze vertelde Marthijn Aalfs over zijn plannen voor het bouwen van een nieuwe stal. Hij is samen met zijn vader melkveehouder in Noordhorn en noemt het ‘de nieuwe manier van boeren, met in de hoofdrol de bodem’. “Een andere manier van mesttoediening met een stalsysteem zonder drijfmest. Het kunstmestgebruik willen we reduceren.” “We lopen aan tegen regelgeving. Dit programma is super om met de instanties in gesprek te komen die daarover gaan.”
In de komende tijd gaat Gert-Jan met een groep geïnteresseerde melkveehouders dieper op de plannen in.

Oerboer
Jasper Tiemens van de Natuur en Milieuorganisatie werkt aan het filmproject Oerboer. Het is een samenwerking van het museum Wierdenland en zijn organisatie. “We hebben boeren geïnterviewd die ons mee kunnen nemen in hoe het toen was. Je duikt terug in de tijd waarin bedrijven veel kleiner waren. Als je twintig koeien had, was je een grote boer. Er waren grotere gezinnen, waarbij iedereen mee deed in het bedrijf. Er is veel veranderd!”
Aansluitend sprak Irene van Dorp met ‘Oerboer’ Folkert Viersen. Hij gaf een inkijkje in de tijd voor de melkmachines. “Veel handwerk en alles ging met paardentractie. Vroeger leerde je alles in de praktijk. Dat duurde wat langer. Jonge boeren zijn tegenwoordig goed opgeleid, ze nemen een hoop theoretische kennis mee in het bedrijf. Het was vroeger zo, en nu nog steeds, dat je met je verstand én je gevoel boer moet zijn.” Jasper werkt hard aan de film, die naar verwachting eind oktober in première gaat.

Elkaar helpen
Elisabeth van der Spek tekende de hele bijeenkomst mee. Haar tekening staat bovenaan deze pagina. “Wat mij opgevallen is, is de onderlinge verbondenheid. Daar zit heel veel kracht in. Het gaat over elkaar helpen. Informeren en inspireren. Het gaat om verhelderen. Naar elkaar luisteren.” Irene: “Ik zie ook een weg. Dat kenmerkt wel heel mooi waar wij mee bezig zijn. We begonnen met een doel voor ogen, waar we heen willen. En tegelijkertijd constateren we ook dat het een zoektocht is die we samen met jullie aan willen gaan.”
De tekening van Elisabeth is hier in groot formaat te downloaden.

Het gesprek voeren
Gedeputeerde Henk Staghouwer sluit de middag af. “Als je door het prachtige Westerkwartier rijdt dan zie je de zaken op je afkomen. Dan zie je natuurlijk mooie landbouwbedrijven. Dan zie je grote masten die in het landschap verschijnen. Dan zie je opgaves in het land die een plek moeten hebben en dan zie je de spanning. Spanning die voelbaar is op het boerenerf. En ik denk dat wij in staat moeten zijn om dat bespreekbaar te maken. We moeten elkaar aanspreken. Dat is niet altijd gemakkelijk. Er zijn zaken die gevoelig zijn en invloed hebben op het boerenerf. Laten we elkaar opzoeken en het gesprek voeren over hoe wij, vanuit onze eigen rol en taak, het landschap, de landbouw en alle functies die in het landelijk gebied een plek moeten hebben kunnen realiseren.”
