Tussentijds

De programmamanagers Irene van Dorp en Arjan Schoemaker van Westerkwartier Natuurinclusief zijn nu een jaar bezig en hebben nog iets meer dan een jaar voor de boeg. Tijd om de tussentijds de balans op te maken. Waar staat Westerkwartier Natuurinclusief en wat moet er nog gebeuren?

“De afgelopen periode bestond uit veel verkennen en inventariseren. En verbinden. Werk wat per saldo natuurlijk nog niet direct wat oplevert. Maar het zijn wel de stappen die nodig zijn om in de praktijk met de boeren en hun plannen aan de slag te kunnen gaan, een korte keten op te zetten en een bodemcursus te organiseren. Dat zijn een paar dingen die in het komende jaar gaan gebeuren. Het voorwerk is gedaan”, legt Irene uit.

Irene van Dorp en Arjan Schoemaker

Irene van Dorp en Arjan Schoemaker (foto: FPS Jos Schuurman)

Concreet maken

“Toen wij vorig jaar bij het programma betrokken raakten waren er nog vooral mooie ideeën. We hebben daar samen met de initiatiefnemers projecten van gemaakt waarmee we ook echt met de deelnemers aan de slag gingen. Bij de boeren aan de keukentafel. We werken nu aan plannen waar deelnemers de verandering naar natuurinclusieve landbouw heel concreet kunnen maken”, zegt Arjan. Maar plannen maken en aan de keukentafel zitten zijn natuurlijk nog maar tussenstappen op weg naar de concrete uitvoering…

Irene reageert enthousiast: “Daarbij denk ik aan het daadwerkelijk terugbrengen van het gebruik van krachtvoer en kunstmest door een beter gebruik van natuurlijke processen. Aan het telen van andere eiwitrijke gewassen, het toepassen van strorijke mest en natuurlijk het versterken van de biodiversiteit. Om wat voorbeelden te noemen. Kortom, het gebruiken van natuurlijke processen in de bedrijfsvoering en het investeren in natuur en landschap. Dáár wil ik in de komende maanden liefst zoveel mogelijk van zien!”

Arjan: “De coronamaatregelen waren echt vervelend. Ook voor Westerkwartier Natuurinclusief. De kracht van dit programma is dat je het met elkaar doet. Als je niet fysiek bij elkaar kunt komen dan is het heel lastig om van elkaar te horen waar je nu werkelijk tegenaan loopt. Je wilt dat mensen elkaar aansteken met hun plannen. Dat ze elkaar versterken en van elkaar leren. Dat overleg, het met elkaar kunnen delen, hebben we natuurlijk wel gemist in de afgelopen periode.”

De schop in de grond

“Een aantal projecten zit nog in het denkproces. Ik kan mij best voorstellen dat mensen in het gebied ook wel graag die schop in de grond willen zien. Wat betekent natuurinclusief boeren voor mijn bedrijf. Hoe kan ik zorgen dat natuurlijke processen een wezenlijk onderdeel worden van mijn bedrijfsvoering? Dat kunnen we op dit moment nog niet laten zien. Maar kan later dit jaar wel!”, zegt Irene.

“Het is van meet af aan de bedoeling dat de boeren er voordeel bij hebben.”

Irene: “Neem nou het bespreekbaar maken van het stikstofdossier binnen het programma. Door dat vorig jaar opnieuw te agenderen en Rudy Rabbinge naar het gebied te halen konden we het toch bespreekbaar maken. Een kleine stap, maar wel belangrijk voor het vervolg. En de experimenteerruimte die we hopen te krijgen voor nieuwe stalsystemen… het lijkt lastig, maar we doen er ons best wel voor. Zoals de voorzitter van de stuurgroep, waarnemend wethouder Pieter van der Zwan het onlangs zo mooi zei: “We zien boeren als onderdeel van de oplossing, maar hoe kunnen overheden onderdeel worden van de oplossing?” We kunnen wel naar de boer kijken en verwachten dat hij het anders gaat doen, maar we moeten eigenlijk naar alle partijen kijken en helder maken welke stap iedere partij kan zetten om het mogelijk te maken dat de boer het kán. Dat vraagt om duidelijke doelen, verbinding en ondersteuning. En nogmaals, dan zijn het soms kleine stapjes, maar wel de stapjes die noodzakelijk zijn om dichterbij het doel te komen.”

Verdienmodellen

“Kijken we naar de verdienmodellen die het voor boeren aantrekkelijk maken om natuurinclusief te boeren, dan liggen er bijvoorbeeld kansen in het opzetten van korte ketens”, legt Arjan uit. “Bij de verkoop van producten in combinatie met natuurinclusieve landbouw proeven we veel energie, daar kan aan het verdienmodel gewerkt worden. En we zien ook mogelijkheden met de diensten voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer.”

“Waarbij we weten dat, als je het moet hebben van de vergoedingen voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer, je nog geen verdienmodel hebt”, nuanceert Irene. “Dus willen we daar een verdienmodel van maken dan moeten we verder gaan. Je kunt zeggen dat boeren natuur en landschap ook als product in de markt moeten zetten. Dat is een interessante gedachte. Want als we iets willen met het verwaarden van maatschappelijke diensten dan leent het Westerkwartier zich daar goed voor. Niet in de laatste plaats vanwege de vele karakteristieken in het landschap. Maar een kans zien is één. Hem ook pakken is een tweede… Ik vind dat we deze route onderdeel moeten maken van het programma. Niet nieuw, wel ingewikkeld om de consument te laten betalen voor dat soort maatschappelijke diensten. En ook de boer denkt bij nieuwe plannen: ‘weet je, ik heb het al zo druk, en de marge is al zo klein, en dan moet ik dat ook nog doen?’. Het vraagt dus om anders denken.

                “Er is energie om oplossingen te vinden.”

Arjan: “Wij hebben alle partijen die nodig zijn om nieuwe mogelijkheden te onderzoeken aan tafel. Het is een afgebakend gebied met veel focus op de melkveehouderij. Laten we het hier proberen! De lijntjes zijn kort, doordat we al langere tijd met elkaar spreken en partijen elkaar goed kennen. En de belangen worden gevoeld. Er is energie om gezamenlijk oplossingen te vinden.”

Boerendiversiteit

“Je kunt je voorstellen dat er straks heel veel verschillende soorten natuurinclusieve boerenbedrijven ontstaan. Er zijn in het Westerkwartier al boeren die veel doen met bijvoorbeeld weidevogelbeheer, met kruidenrijke randen en met landschapselementen. Maar als we echt een slag willen maken dan vraagt dat om een andere manier van denken. En om flexibiliteit. Want iedereen wil en kan iets anders doen om Westerkwartier Natuurinclusief te maken!”, aldus Irene.

Arjan: “En dat moet ook. Niet alle boeren in het Westerkwartier willen bijvoorbeeld hun eigen vee laten slachten en zelf het vlees verkopen. En niet iedereen wil kruidenrijk grasland inzaaien. Je moet het zelf willen. Kansen zien. Er plezier in hebben. En er wat mee kunnen verdienen. Want anders is het een lastige opgave.”

De kat uit de houtsingel kijken

Dat de interesse in het programma groeit onder de boeren in het Westerkwartier, blijkt volgens Arjan uit de nieuwe aanmeldingen die wekelijks op de website en de nieuwsbrief binnenkomen. “Ook gangbare boerenbedrijven kijken mee met wat we aan het doen zijn. En er zijn veel boeren die eerst van een afstandje willen zien wat ervan komt.” Een beetje de kat uit de houtsingel kijken? “Ja, en ik snap dat best. We vragen ook nogal wat. Tijd. En een kijkje in hun bedrijfsvoering. Dat moet je maar willen.”

“Het is het mooiste als de deelnemers aan het programma straks hun collega’s kunnen inspireren. Dat het zich als een olievlek gaat verspreiden. Dit programma loopt nu tot en met juni volgend jaar. Dan is het hele Westerkwartier nog niet natuurinclusief. Je zou dit moeten zien als een eerste stap van een programma wat meerdere jaren doorloopt. En dan kun je in de toekomst best andere onderwerpen, thema’s of projecten oppakken. Iets goed in beweging zetten kost gewoon tijd”, volgens Irene. Arjan: “En de komende tijd komt kunnen we het nodige laten zien. We willen ook een breder publiek aanspreken met de première van Oerboer. We bereiden een nieuw ‘Westerkwartier Natuurinclusief Treffen’ voor waarin we graag iedereen meenemen in waar we staan.

De overheid is ook aan zet

Irene: “Ik hoop dat de veehouders in het Westerkwartier geïnteresseerd raken in wat er nu gebeurt. Dat er een soort zwaan kleef aan principe ontstaat als gevolg van de resultaten die we bereiken. Dat ze bij ons dingen horen die ze elders niet horen. En dat het, heel plat, ook financieel interessant is om mee te doen. Zo concreet willen we het maken.”

“De komende maanden moeten de overheden ook echt aan de bak. Het is niet alleen de boer die moet bewegen. Er is bijvoorbeeld ook experimenteerruimte nodig. We willen op allerlei fronten problemen in het Westerkwartier oplossen. De sector wil bewegen. De overheid is nadrukkelijk ook aan zet nu. Er liggen grote vraagstukken die om oplossingen vragen. Dat moeten we gezamenlijk doen. Ben je boer en nog niet aangehaakt bij één van onze activiteiten? En wil je graag op de hoogte blijven van de ontwikkelingen, weet dan dat ons programma erg benaderbaar is.”

“Als je vragen of uitdagingen tegenkomt, laat dat ons dat weten”, zegt Arjan. “Neem contact met ons op. Niet dat wij alles weten, maar we kunnen je wel in contact brengen met mensen die dat wel kunnen. Stuur gerust een email naar info@westerkwartiernatuurinclusief.nl. En schrijf je in voor onze nieuwsbrief, dan weet je wat er speelt!”