Backcasting en de toekomst van het boerenbedrijf

We praten met Jelle Zijlstra, Melkveehouderij-econoom verbonden aan Wageningen University & Research en procesbegeleider van het project Backcasting. Daarbij redeneerden vijf boeren terug… van de gewenste bedrijfssituatie in de toekomst naar nu. Wat moeten ze nu doen om dat straks te bereiken.

 

Backcasting

Dit project was al afgerond voordat de stikstofplannen van het ministerie bekend werden gemaakt met de publicatie van de startnotitie NPLG. De relevantie van het project is met de kennis van nu nog groter. Want het begin van een oplossing ligt misschien wel in één van de bedrijfssystemen die voortkomen uit ‘Backcasting’.​

Jelle Zijlstra: “We schetsen gezamenlijk toekomstbeelden voor de melkveehouderij. In dit geval met leden van agrarische collectieven. De eerste drie bijeenkomsten hebben we met de deelnemers uitsluitend gepraat over de toekomst van de melkveehouderij. Niet één toekomstbeeld, maar diverse belangrijke onderdelen ervan, waarvan we zeggen: die zijn bepalend. We sloegen daarmee piketpaaltjes voor de toekomst die we verwachten. Daarna hadden we drie bijeenkomsten over de vraag hoe we de toekomstbeelden die we zien, kunnen vertalen naar bedrijfssystemen voor dit gebied in 2030. Dus daarmee daalden we als het ware af naar het melkveebedrijf in 2030.”

Aan de deelnemende melkveehouders vroegen we om met een open mind toekomstgericht te zijn en hun kennis over het gebied en van de melkveehouders in het gebied in te brengen.

 

De verwachtingen, de toekomstbeelden

Belangrijk om nogmaals te vermelden… deze bijeenkomsten vonden plaats voordat de plannen die nu op tafel liggen bekend waren. Dat maakt de bevindingen extra interessant.

Jelle Zijlstra: “We waren het eens dat ondernemerschap een grote rol gaat spelen. Kringlooplandbouw ook: een betere benutting van mest en minder emissieverliezen. Een betere benutting van voereiwit, minder krachtvoer van buiten de EU, allerhande technische oplossingen voor problemen, dus wat meer high-tech. Andere bouwplannen, andere voedingsgewassen verbouwen. Veel meer aandacht voor natuur en landschap. In het verdienmodel past o.a. een omgevingsfonds, want de maatschappelijke wensen rondom natuur en landschap kunnen boeren alleen realiseren als er ook geld voor is. Regie op sectorontwikkeling door een overheid die stuurt op basis van haar ontwikkelingsvisie voor de landbouw. Nieuwe ontwikkelingen op dierenwelzijn. Meer samenwerking tussen akkerbouw en veehouderij. Meer aandacht voor energie. Extensiveren om de milieubelasting te verminderen. Meerwaarde voor de consument want die zal zijn stempel er meer op drukken. Meer neventaken. En de organisatie in de keten, meer samenwerken met de retail, handel enzovoort om meerwaarde te realiseren.”

Van toekomstbeeld naar bedrijfssysteem

“Vervolgens hebben we de overstap gemaakt naar bedrijfssystemen. Daarbij komen in het Westerkwartier vier typen bedrijfssystemen nadrukkelijk naar voren.  Allereerst ‘Extensief en low input’. Als tweede bedrijfssysteem ‘Grootschalig en intensief’. Dat is een trend die nu nog vrij algemeen in Nederland is. In beleidsstukken lees je echter vaak dat maatschappelijke wensen vaak gaan in de richting van extensief en low input wil. Minder kunstmest, minder voer aankopen. Minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en hetzelfde aantal koeien met meer grond of minder koeien met dezelfde grond. Terwijl Noord-Nederland zich ook goed leent voor meer intensieve productie. In welke verhouding zullen de beide bedrijfssystemen voorkomen in 2030? Het derde bedrijfssysteem is ‘Samenwerking van de melkveehouderij en akkerbouw’ in gebieden waar die vlak bij elkaar zitten. Dat is in het Noorden van Groningen meer het geval dan in het zuidelijk westerkwartier. Het vierde en laatste bedrijfssysteem is een ‘Natuurbedrijf’, met een heel sterk accent op natuur en wat minder op melk’. Melk is nog wel steeds een belangrijk product van het bedrijf, maar je zou bijna kunnen zeggen dat, in dit systeem, melk in dienst staat van natuurproductie.

We hebben ook gekeken in welke gebieden deze bedrijfssystemen vooral voor zullen komen. Er is daarbij een duidelijk verschil zichtbaar boven en onder het Van Starkenborghkanaal. En hoe meer naar het Noorden, hoe meer akkerbouwbedrijven er ook tussen zitten.

Voorsorteren

In het tweede jaar gaan we de bedrijfssystemen nader invullen. Daar beginnen we nu aan. We gaan op zoek naar boeren waarvan het bedrijfssysteem dat ze nu hebben al in sterke mate aansluit bij één van die vier typen. Met die boeren gaan we een plan maken voor hoe hun bedrijf er in 2030 uit zal zien. We ontwikkelen dus bij voorkeur verder in samenwerking met bedrijven in het gebied die al functioneren als de vier bedrijfstypen die hiervoor genoemd zijn of daarop voorsorteren. Dan kunnen we de toekomstbeelden invullen met beide benen op de grond!”

Voorsorteren

Wat komt er allemaal op ons af?

“Wat is de toekomst, en hoe zou je je daar op kunnen aanpassen was de vraag. Het is wonderbaarlijk om te zien hoezeer mensen dat waarderen. Over de melkveehouderij hangt nu voor velen een grauwsluier.  Dat snap ik ook wel. Er komt heel veel onzekerheid op melkveehouders af. Het is logisch dat je daar soms ook boos over wordt. Dat was niet de toestand waarin wij wilden werken. Wij richten ons binnen dit project daarom op ‘wat komt er allemaal op ons af?’ en ‘hoe kunnen we daar op inspelen?’ We keken dan ook nadrukkelijk naar het hele spectrum. Niet alleen naar één element, zoals stikstof. Als je vanuit de toekomst terug redeneert kom je even los van de werkelijkheid nu.”

In de periode van september 2022 tot en met april 2023 zullen die bedrijfssystemen verder worden uitgewerkt en omgezet in bedrijfsplannen. Om dat te kunnen doen zijn we daarom nu op zoek naar melkveehouders die zo’n bedrijfsopzet hebben die sterk lijkt op de bedrijfssystemen die we voor 2030 hebben gemaakt. Het gaat om deze vier bedrijfssystemen:

  1. Cluster melkvee- en akkerbouwbedrijf
  2.  Grootschalig en intensief
  3.  Extensief en low input
  4.  Natuurbedrijf

Deelnemer aan het woord

Ruben Duivenvoorden is boer aan de Oldijk in Ezinge en nam deel aan het project Backcasting. In dit artikel lees je hoe hij terugkijkt op het project.

Meer informatie en deelname aan het tweede jaar via Gert-Jan Stoeten,  gjstoeten@collectiefgroningenwest.nl of 06-25212185.